vlotterden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vlotterden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- vlot·ter·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vlotteren |
vlotterden
- meervoud verleden tijd van vlotteren
- Wij vlotterden.
- Jullie vlotterden.
- Zij vlotterden.
- Wij vlotterden.