vlooi

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vlooi

Werkwoord

vervoeging van
vlooien

vlooi

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vlooien
    • Ik vlooi. 
  2. gebiedende wijs van vlooien
    • Vlooi! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vlooien
    • Vlooi je?