visiteerden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: visiteerden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- vi·si·teer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
visiteren |
visiteerden
- meervoud verleden tijd van visiteren
- Wij visiteerden.
- Jullie visiteerden.
- Zij visiteerden.
- Wij visiteerden.