vijzelde op
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vijzelde op (hulp, bestand)
Woordafbreking
- vij·zel·de op
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opvijzelen |
vijzelde op
- enkelvoud verleden tijd van opvijzelen
- Ik vijzelde op.
- Jij vijzelde op.
- Hij, zij, het vijzelde op.
- Ik vijzelde op.