verzelfstandig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·zelf·stan·dig
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verzelfstandigen |
verzelfstandig
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzelfstandigen
- Ik verzelfstandig.
- gebiedende wijs van verzelfstandigen
- Verzelfstandig!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzelfstandigen
- Verzelfstandig je?