verzeep

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·zeep

Werkwoord

vervoeging van
verzepen

verzeep

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzepen
    • Ik verzeep. 
  2. gebiedende wijs van verzepen
    • Verzeep! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzepen
    • Verzeep je?