verwereldlijkten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·we·reld·lijk·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verwereldlijken |
verwereldlijkten
- meervoud verleden tijd van verwereldlijken
- Wij verwereldlijkten.
- Jullie verwereldlijkten.
- Zij verwereldlijkten.
- Wij verwereldlijkten.