verwereldlijk
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·we·reld·lijk
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verwereldlijken |
verwereldlijk
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verwereldlijken
- Ik verwereldlijk.
- gebiedende wijs van verwereldlijken
- Verwereldlijk!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verwereldlijken
- Verwereldlijk je?