verwedde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·wed·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verwedden |
verwedde
- enkelvoud verleden tijd van verwedden
- Ik verwedde.
- Jij verwedde.
- Hij, zij, het verwedde.
- Ik verwedde.
vervoeging van |
---|
verwedden |
verwedde
- aanvoegende wijs van verwedden
Gangbaarheid
- Het woord verwedde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.