vertak

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·tak

Werkwoord

vervoeging van
vertakken

vertak

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vertakken
    • Ik vertak. 
  2. gebiedende wijs van vertakken
    • Vertak! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vertakken
    • Vertak je? 

Gangbaarheid