verstrengelden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·stren·gel·den

Werkwoord

vervoeging van
verstrengelen

verstrengelden

  1. meervoud verleden tijd van verstrengelen
    • Wij verstrengelden. 
    • Jullie verstrengelden. 
    • Zij verstrengelden.