verstedelijk
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·ste·de·lijk
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verstedelijken |
verstedelijk
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verstedelijken
- Ik verstedelijk.
- gebiedende wijs van verstedelijken
- Verstedelijk!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verstedelijken
- Verstedelijk je?