verspiedde
Uiterlijk
- Geluid: verspiedde (hulp, bestand)
- ver·spied·de
vervoeging van |
---|
verspieden |
verspiedde
- enkelvoud verleden tijd van verspieden
- Ik verspiedde.
- Jij verspiedde.
- Hij, zij, het verspiedde.
- Ik verspiedde.
- Het woord verspiedde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.