verspanden
Uiterlijk
- Geluid: verspanden (hulp, bestand)
- ver·span·den
vervoeging van |
---|
verspannen |
verspanden
- meervoud verleden tijd van verspannen
- Wij verspanden.
- Jullie verspanden.
- Zij verspanden.
- Wij verspanden.
vervoeging van |
---|
verspannen |
verspanden