versmalden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: versmalden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·smal·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
versmallen |
versmalden
- meervoud verleden tijd van versmallen
- Wij versmalden.
- Jullie versmalden.
- Zij versmalden.
- Wij versmalden.