verslingerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·slin·ger·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verslingeren |
verslingerden
- meervoud verleden tijd van verslingeren
- Wij verslingerden.
- Jullie verslingerden.
- Zij verslingerden.
- Wij verslingerden.
vervoeging van |
---|
verslingeren |
verslingerden