verreik
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·reik
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verreiken |
verreik
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verreiken
- Ik verreik.
- gebiedende wijs van verreiken
- Verreik!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verreiken
- Verreik je?
Gangbaarheid
- Het woord 'verreik' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.