verrechtvaardigden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·recht·vaar·dig·den

Werkwoord

vervoeging van
verrechtvaardigen

verrechtvaardigden

  1. meervoud verleden tijd van verrechtvaardigen
    • Wij verrechtvaardigden. 
    • Jullie verrechtvaardigden. 
    • Zij verrechtvaardigden.