vernevelde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vernevelde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·ne·vel·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vernevelen |
vernevelde
- enkelvoud verleden tijd van vernevelen
- Ik vernevelde.
- Jij vernevelde.
- Hij, zij, het vernevelde.
- Ik vernevelde.
- verbogen vorm van verneveld, voltooid deelwoord van vernevelen