verlummelden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·lum·mel·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verlummelen |
verlummelden
- meervoud verleden tijd van verlummelen
- Wij verlummelden.
- Jullie verlummelden.
- Zij verlummelden.
- Wij verlummelden.
vervoeging van |
---|
verlummelen |
verlummelden