verluchtigde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·luch·tig·de

Werkwoord

vervoeging van
verluchtigen

verluchtigde

  1. enkelvoud verleden tijd van verluchtigen
    • Ik verluchtigde. 
    • Jij verluchtigde. 
    • Hij, zij, het verluchtigde.