verkortten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verkortten (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·kort·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verkorten |
verkortten
- meervoud verleden tijd van verkorten
- Wij verkortten.
- Jullie verkortten.
- Zij verkortten.
- Wij verkortten.