verkokerden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verkokerden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·ko·ker·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verkokeren |
verkokerden
- meervoud verleden tijd van verkokeren
- Wij verkokerden.
- Jullie verkokerden.
- Zij verkokerden.
- Wij verkokerden.