verkocht terug

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·kocht te·rug

Werkwoord

vervoeging van
terugverkopen

verkocht terug

  1. enkelvoud verleden tijd van terugverkopen
    • Ik verkocht terug. 
    • Jij verkocht terug. 
    • Hij, zij, het verkocht terug.