verklank
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·klank
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verklanken |
verklank
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verklanken
- Ik verklank.
- gebiedende wijs van verklanken
- Verklank!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verklanken
- Verklank je?