verketterden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·ket·ter·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verketteren |
verketterden
- meervoud verleden tijd van verketteren
- Wij verketterden.
- Jullie verketterden.
- Zij verketterden.
- Wij verketterden.
vervoeging van |
---|
verketteren |
verketterden