verindischte
Uiterlijk
- ver·in·disch·te
vervoeging van |
---|
verindischen |
verindischte
- enkelvoud verleden tijd van verindischen
- Ik verindischte.
- Jij verindischte.
- Hij, zij, het verindischte.
- Ik verindischte.
- Het woord verindischte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.