verhield
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·hield
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verhouden |
verhield
- enkelvoud verleden tijd van verhouden
- Ik verhield.
- Jij verhield.
- Hij, zij, het verhield.
- Ik verhield.