verfomfaai

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·fom·faai

Werkwoord

vervoeging van
verfomfaaien

verfomfaai

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verfomfaaien
    • Ik verfomfaai. 
  2. gebiedende wijs van verfomfaaien
    • Verfomfaai! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verfomfaaien
    • Verfomfaai je?