verdierlijk
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verdierlijk (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·dier·lijk
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verdierlijken |
verdierlijk
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verdierlijken
- Ik verdierlijk.
- gebiedende wijs van verdierlijken
- Verdierlijk!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verdierlijken
- Verdierlijk je?