verdeemoedigde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·dee·moe·dig·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verdeemoedigen |
verdeemoedigde
- enkelvoud verleden tijd van verdeemoedigen
- Ik verdeemoedigde.
- Jij verdeemoedigde.
- Hij, zij, het verdeemoedigde.
- Ik verdeemoedigde.
- verbogen vorm van verdeemoedigd, voltooid deelwoord van verdeemoedigen