verbouwereerden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·bou·we·reer·den

Werkwoord

vervoeging van
verbouwereren

verbouwereerden

  1. meervoud verleden tijd van verbouwereren
    • Wij verbouwereerden. 
    • Jullie verbouwereerden. 
    • Zij verbouwereerden. 

Gangbaarheid