verblindde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verblindde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·blind·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verblinden |
verblindde
- enkelvoud verleden tijd van verblinden
- Ik verblindde.
- Jij verblindde.
- Hij, zij, het verblindde.
- Ik verblindde.