veiligheidshandschoentjes

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  veiligheidshandschoentjes    (hulp, bestand)
• IPA: /ˈvɛiləxhɛitsˌhɑntsxuncəs/

Woordafbreking

• vei·lig·heids·hand·schoen·tjes

Woordherkomst en -opbouw

• veiligheidshandschoentje met uitgang -s

Zelfstandig naamwoord

de veiligheidshandschoentjes mv

1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord veiligheidshandschoen

   • In de meer dan 20 zakken zaten naast potgrond, flessen en veiligheidshandschoentjes ook cannabisplantjes. 

Gangbaarheid

• Het woord 'veiligheidshandschoentjes' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.