Naar inhoud springen

vakantiedagje

Uit WikiWoordenboek
Versie door DifoolBot (overleg | bijdragen) op 6 mrt 2016 om 05:17 (audio nld)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • va·kan·tie·dag·je

Zelfstandig naamwoord

het vakantiedagjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord vakantiedag