uitzweetten
Uiterlijk
- Geluid: uitzweetten (hulp, bestand)
- uit·zweet·ten
vervoeging van |
---|
uitzweten |
uitzweetten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van uitzweten
- ...dat wij uitzweetten.
- ...dat jullie uitzweetten.
- ...dat zij uitzweetten.
- ...dat wij uitzweetten.
- Het woord uitzweetten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.