uitstoom

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  uitstoom    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• uit·stoom

Werkwoord

vervoeging van
uitstomen

uitstoom

1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstomen
   

   • ... dat ik uitstoom. 

Gangbaarheid

• Het woord uitstoom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.