Naar inhoud springen

uitstierf

Uit WikiWoordenboek
Versie door HydrizBot (overleg | bijdragen) op 2 mei 2017 om 15:17 (Robot: opschonen van oude interwikilinks)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·stierf

Werkwoord

vervoeging van
uitsterven

uitstierf

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitsterven
    • ... dat ik uitstierf. 
    • ... dat jij uitstierf. 
    • ... dat hij, zij, het uitstierf.