uitrafelend
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: uitrafelend (hulp, bestand)
Woordafbreking
- uit·ra·fe·lend
Werkwoord
vervoeging van: | uitrafelen |
verbogen vorm: | uitrafelende |
uitrafelend
vervoeging van: | uitrafelen |
verbogen vorm: | uitrafelende |
uitrafelend