Naar inhoud springen

uitnodig

Uit WikiWoordenboek
Versie door HydrizBot (overleg | bijdragen) op 2 mei 2017 om 15:12 (Robot: opschonen van oude interwikilinks)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·no·dig

Werkwoord

vervoeging van
uitnodigen

uitnodig

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitnodigen
    • ... dat ik uitnodig. 
Overgenomen van "https://nl.wiktionary.org/w/index.php?title=uitnodig&oldid=3438364"