Naar inhoud springen

uitmoordde

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 12 mrt 2018 om 11:59 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} <!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/|nld}}--> {{-syll-}} *uit·moord·de {{-verb-|0}} {{ovt-enk-bijz...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • uit·moord·de
vervoeging van
uitmoorden

uitmoordde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitmoorden
    • ... dat ik uitmoordde. 
    • ... dat jij uitmoordde. 
    • ... dat hij, zij, het uitmoordde.