Naar inhoud springen

uitlootten

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 13 mei 2017 om 21:07 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} <!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/|nld}}--> {{-syll-}} *uit·loot·ten {{-verb-|0}} {{ovt-mv-bijz|...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·loot·ten

Werkwoord

vervoeging van
uitloten

uitlootten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van uitloten
    • ...dat wij uitlootten. 
    • ...dat jullie uitlootten. 
    • ...dat zij uitlootten. 
Overgenomen van "https://nl.wiktionary.org/w/index.php?title=uitlootten&oldid=3496200"