Naar inhoud springen

uitbreidden

Uit WikiWoordenboek
Versie door HydrizBot (overleg | bijdragen) op 2 mei 2017 om 15:02 (Robot: opschonen van oude interwikilinks)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • uit·breid·den
vervoeging van
uitbreiden

uitbreidden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van uitbreiden
    • ...dat wij uitbreidden. 
    • ...dat jullie uitbreidden. 
    • ...dat zij uitbreidden.