typeer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ty·peer

Werkwoord

vervoeging van
typeren

typeer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van typeren
    • Ik typeer. 
  2. gebiedende wijs van typeren
    • Typeer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van typeren
    • Typeer je?