tweepersoonshuishoudentje
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- twee·per·soons·huis·hou·den·tje
Zelfstandig naamwoord
het tweepersoonshuishoudentje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord tweepersoonshuishouden
het tweepersoonshuishoudentje o