tuchtigden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tuchtigden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- tuch·tig·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
tuchtigen |
tuchtigden
- meervoud verleden tijd van tuchtigen
- Wij tuchtigden.
- Jullie tuchtigden.
- Zij tuchtigden.
- Wij tuchtigden.
Gangbaarheid
- Het woord tuchtigden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.