trapte om
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- trap·te om
Werkwoord
vervoeging van |
---|
omtrappen |
trapte om
- enkelvoud verleden tijd van omtrappen
- Ik trapte om.
- Jij trapte om.
- Hij, zij, het trapte om.
- Ik trapte om.
vervoeging van |
---|
omtrappen |
trapte om