Naar inhoud springen

transformeerde

Uit WikiWoordenboek
Versie door HydrizBot (overleg | bijdragen) op 2 mei 2017 om 12:52 (Robot: opschonen van oude interwikilinks)
  • trans·for·meer·de
vervoeging van
transformeren

transformeerde

  1. enkelvoud verleden tijd van transformeren
    • Ik transformeerde. 
    • Jij transformeerde. 
    • Hij, zij, het transformeerde.