transfereer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: transfereer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- trans·fe·reer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
transfereren |
transfereer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van transfereren
- Ik transfereer.
- gebiedende wijs van transfereren
- Transfereer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van transfereren
- Transfereer je?
Gangbaarheid
- Het woord transfereer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.