Naar inhoud springen

trachtte

Uit WikiWoordenboek
Versie door HydrizBot (overleg | bijdragen) op 2 mei 2017 om 12:26 (Robot: opschonen van oude interwikilinks)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tracht·te

Werkwoord

vervoeging van
trachten

trachtte

  1. enkelvoud verleden tijd van trachten
    • Ik trachtte. 
    • Jij trachtte. 
    • Hij, zij, het trachtte.